Een paar maanden geleden bemerkte ik het voor het eerst: in dezelfde week dat ik een grijze haar in mijn kapsel aantrof, moest ik wel héél veel moeite doen om de letters te lezen in de brief die ik bij de post vandaan haalde. Nu had ik de hele dag achter het scherm gezeten en was ik moe. Daarnaast was het avond en is de verlichting in mijn huis beroerd. Het lag dus niet aan mijn ogen, zo hield ik me zelf voor. En aan mijn leeftijd ligt het ook niet. Heus niet. “O nee hoor”, was het resolute antwoord van de vriendin bij wie ik het onderwerp ter sprake bracht: “daar hebben we het gewoon niet over.” En daarna praatten we verder: over het nieuwste boek van onze oud-studiegenoot, over het succesrecept dat we gisteravond kookten en over de manier waarop we als ‘fitte veertigers’ toch maar mooi door deze Corona-crisis heen komen.
Frictie en rust
Het leek me ook maar het beste: niet al te veel woorden vuil te maken aan de constatering die ik deed. Met grijze haren is niks mis, en als ik het echt allemaal niet meer zo scherp zie, dan is daar altijd nog een (lees)bril. En toch had ik óók een werkje in mezelf te doen…
Frictie noemt Annemarie Mars het in haar nieuwste boek ‘De functie van frictie: alles dat raakt, botst en schuurt’. Het is datgene dat in een verandering een belangrijke functie heeft. Het raken, botsen, zoeken en schuren zorgt ervoor dat we (samen) vooruitgang kunnen boeken. Je wilt alleen ook niet de hele tijd wrijven: daar worden mensen over het algemeen niet vrolijk van, met alle gevolgen – gedoe, onrust, negativiteit, verwarring- van dien. Het resultaat daarvan? Dat je niet met elkaar verder komt.
Om stappen te maken, om vooruitgang te boeken, hebben we ook het tegenovergestelde nodig van frictie: rust. Dat zijn de momenten van bezinning, ontmoeting, acceptatie en erkenning. Zoals Mars het verwoordt: “om te koesteren en te berusten in wat er is, en om op te laden voor de volgende energiepiek.” Uitzoomen dus, om daarna te kunnen inzoomen. Of andersom.
Corona als katalysator
In het afgelopen jaar zijn we met elkaar behoorlijk opgeschrikt door alles wat er als gevolg van de Corona-pandemie is gebeurd. En hoewel er inmiddels iets meer perspectief aan de horizon gloort, is er een onzekerheid die onderdeel lijkt te blijven van ons nieuwe bestaan. Iets wat botst en wat schuurt, met hoe we het altijd gewend zijn geweest. Wat we merken in ons werk is dat de een uitstekend gedijt in ‘het nieuwe normaal’. Omdat het ruimte biedt om dingen eens heel anders te doen nu alle structuren zijn weggevallen. Een ander telt de dagen af totdat ‘ie weer terug kan naar zijn vertrouwde context. En alles wat daar tussenin zit.
Voor veel mensen geldt dat deze tijd aanleiding geeft tot herbezinning: wat vind ik nu echt
belangrijk? Welke kant wil ik uit? Wat wil ik vooral ook niet meer? Het zijn die vragen die ertoe doen: vragen die je uitnodigen om stil te staan bij datgene waar het jou en/of jouw team nu echt om te doen is, waar je echt van betekenis in wilt zijn.
Op 25 juni 2021 organiseren we de ‘Nu-Even-Niet-dag’. Een dag die gaat over ‘ruimte’: om tot rust te komen en om nieuwe ideeën te laten ontstaan. Een dag waarin je je hoofd leeg kunt maken, of juist kunt vullen. Een dag waarin tijd is om dingen te laten landen, of misschien wel op te laten stijgen. Een dag die in het teken staat van uitblazen en energie krijgen, van uitrusten en opfrissen, van opademen en opladen. En zoals je van ons kunt verwachten: op een inspirerende plek, buiten in de natuur.
Doe je mee?
Lees meer informatie over de Nu-Even-Niet-dag »