Toshiro Kanamori en zijn klas, vergelijkbaar met onze groep 7. Kanamori geeft les op een lagere school in Kanazawa, ten noordwesten van Tokio. Hij houdt er een bijzondere visie op onderwijs op na. Hij wil dat zijn leerlingen gelukkig zijn, en dat worden ze volgens hem door naar elkaar te luisteren en voor elkaar te zorgen. Kanamori bereidt zijn leerlingen voor op het ‘echte leven’ door ze de waarde van verbinding, wederzijds respect, vriendschap en zelfreflectie bij te brengen. Hij leert ze naar zichzelf te kijken en van daaruit de wereld tegemoet te treden.
Een van de middelen die hij gebruikt is de notebook letter. Elke dag lezen drie leerlingen een brief voor waarin ze vertellen wat hen daadwerkelijk bezighoudt. Niets hoeven ze onbesproken te laten, ook hun grootste persoonlijke problemen niet. Júíst hun grootste persoonlijke problemen niet. Kanamori moedigt de kinderen aan hun emoties te laten zien en te delen.
Zo zien we in de documentaire hoe een jongetje zijn brief voorleest, over zijn oma die zojuist is overleden. Zijn verhaal maakt veel los in de klas, ook andere kinderen herinneren zich de dood van een grootouder. Eén meisje, Mifuyu, barst in hartverscheurend snikken uit. De brief van haar klasgenoot doet haar denken aan de dood van haar vader, toen ze drie was. Ze heeft er nooit in de klas over willen vertellen, zegt ze, uit angst om anders dan de rest te zijn.
In plaats van de gemoederen te sussen, laat Kanamori het verdriet er helemaal zijn. Hij geeft bewust ruimte aan het probleem en vanuit daar ontstaat een grote kracht. De leerlingen praten en huilen met elkaar, ze troosten elkaar en voelen zich verbonden. En door haar ‘anders zijn’ met iedereen te delen, voelt Mifuyu zich meer één met de klas dan ooit.
Deze documentaire laat zien hoe de Nederlandse begrippen relatie autonomie en competentie (Luc Stevens) een geheel eigen invulling krijgen. Niet om te moeten kopiëren, wél om je door te laten inspireren!